Afgelopen maandagavond was 87-voudig international Clarence Seedorf te gast bij het voetbalpraatprogramma Veronica Offside. Seedorf was vooral aangeschoven met de intentie om de aankomende wedstrijd tussen de Ajax Legends en de BIF All Stars te promoten. BIF staat voor Black Impact Foundation en Seedorf meldde dat onder andere Didier Drogba en Daniel Amokachi deel uit zullen maken van het team. De wedstrijd, die op 20 april plaatsvindt in het Olympisch stadion in Amsterdam, heeft als insteek om mensen te verenigen, verbinden en inspireren. Zoals Seedorf zelf aangaf: Daar waar het voetbal voor bedoeld is.

Presentator van het programma, Wilfred Genee, was echt voornemens om Seedorf ook een aantal kwesties uit zijn spelersverleden voor te leggen. Kwesties, waarbij Seedorf vermoedelijk ervaren had, dat hij onvoldoende gewaardeerd werd als voetballer. Het bekende toontje van Genee, door Johan Derksen dikwijls bestempeld als het ‘officier van justitietoontje’, en de inhoudelijke vraagstelling werden echter niet gewaardeerd door Seedorf, die rustig aangaf hiervoor niet naar de studio te zijn gekomen.

Minder kansen voor zwarte hoofdtrainers
Waar Seedorf wel op in ging, waren de vragen aangaande zijn trainerscarrière. Vermoedelijk wilde Seedorf hier wel iets over kwijt, omdat hij het kortstondige verloop van zijn carrière als coach ziet als een voorbeeld van een veel grotere kwestie, namelijk dat zwarte trainers niet dezelfde kansen krijgen als witte trainers. Wie het voetbal in de afgelopen decennia ook maar een beetje gevolgd heeft, weet dat de observatie dat er maar weinig zwarte hoofdcoaches zijn een juiste is. In 2020 bleek slechts 1,7 procent van alle voetbaltrainers in de Europese toplanden zwart te zijn. Dat is minder dan 1 op de 50, een treurige constatering. De mogelijke processen of oorzaken die daaraan ten grondslag liggen, zijn vermoedelijk divers en mogelijk deels ook kwalijk. Onderzoek hiernaar is dan ook niet alleen interessant, maar vooral ook wenselijk.  

Je kunt er echter vraagtekens bij zetten, dat de trainerscarrière van Seedorf hierbij als voorbeeld werd besproken. Seedorf stelde dat hij in 2014 onterecht weggestuurd was als coach van AC Milan, omdat hij daar goed gepresteerd had, maar feit is dat AC Milan dat seizoen als achtste eindigde en Europees voetbal misliep. Na een avontuur van een half jaar in China, degradeerde Deportiva La Coruña onder zijn leiding naar de Segunda División en als bondscoach van Kameroen werd hij reeds in de achtste finales van de Afrika Cup uitgeschakeld. Als speler een schitterende carrière, maar mogelijk geen trainers-cv die aanleiding is voor clubs om met hem in zee te willen gaan. Daar komt nog bij dat Seedorf gedurende zijn carrière, in ieder geval tijdens zijn optredens in de media, niet bepaald overkwam als een gemakkelijk persoon in de omgang door weinig aanpassingsvermogen en vermogen tot zelfreflectie te laten zien. Seedorf zelf was in ieder geval verbaasd dat er in de afgelopen tien jaar slechts drie, vier aanbiedingen aan hem voorbij waren gekomen.  

Aan de andere kant: Voetbal is bij uitstek de sector, waarin falen soms oneindig leidt tot nieuwe kansen. Het meest recente en opvallende voorbeeld hiervan, is misschien wel de vermeende interesse in Sven Mislintat als technische man bij Borussia Dortmund. De 51-jarige Duitser maakte er afgelopen zomer bij Ajax een potje van op de internationale transfermarkt, leidend tot een rampseizoen voor de Amsterdammers, waarbij de laatste plaats in de competitie werd aangedaan en de club in de beker werd uitgeschakeld door de amateurs van USV Hercules. Je zou toch vermoeden dat zo’n iemand daarna klaar is in het betaalde voetbal, maar zo ondoorgrondelijk zijn de wegen in deze sport nu eenmaal. In die zin zou je ook kunnen denken, dat Seedorf op basis van zijn naam en sportieve prestaties als speler vaker in beeld zou moeten blijven komen voor een baan als hoofdcoach.

Oorzaken en onderzoek
Heeft Seedorf er dus toch gelijk in, dat zwarte coaches minder kansen krijgen dan witte coaches? De oud-voetballer haalde in het programma een psychologisch fenomeen aan, waarvan uit onderzoek is gebleken, dat het zich ook in andere sectoren dan de voetbalsport manifesteert. Bij het invullen van functies is men over het algemeen namelijk geneigd om te kiezen voor personen, die lijken op de reeds aanwezige, gevestigde orde. En wie om zich heen kijkt, ziet niet alleen weinig zwarte hoofdtrainers, maar ook dat weinig bestuursfuncties of andere rollen, losstaand van het directe voetbal op het veld, ingevuld worden door zwarte mensen. Daardoor zou de voorkeur sneller uit kunnen gaan naar een witte hoofdtrainer. Om dit te doorbreken zouden clubs dus ook binnen de eigen bestuurslagen moeten streven naar een grotere diversiteit.

Tegelijkertijd hoor je ook vaak: ‘Ze moeten er ook zijn’. Dit argument kwam ook naar voren als er gesproken werd over de diversiteit in culturele achtergrond van de Tweede Kamerleden. Als er veel meer witte coaches met het diploma van voetbaltrainer zijn, dan is het ook niet gek, dat er meer witte hoofdtrainers aangesteld worden. In die zin zou een statistisch onderzoek naar deze aantallen een aanleiding kunnen zijn, om vervolgens ook de beweegredenen van zwarte oud-voetballers in kaart te brengen, waarom zij wel of niet het trainersvak in zouden willen gaan. Gaat het om belangstelling en motivatie, spelen er praktische of financiële redenen of wordt er misschien juist ook een gebrek aan kansen en perspectief gevoeld? Mogelijk dat de uitkomsten van dat onderzoek nog beter aan kunnen geven, waar clubs, bonden en andere bij het voetbal betrokken organisaties op in kunnen spelen om de diversiteit van het trainersgilde te bevorderen.

Plaats een reactie

Trending