Zowel bekende als minder bekende voetballers hebben door de jaren heen de prachtigste bijnamen gekregen. Soms had dit te maken met uiterlijkheden. Zo werd Ronald Koeman ‘sneeuwvlokje’ genoemd vanwege zijn helblonde haar en kreeg de Spaanse spits Fernando Torres de bijnaam ‘el niño’ oftewel ‘het kind’ toebedeeld, vanwege zijn babyface. Ook kennen de meeste voetballiefhebbers de Mexicaanse spits Javier Hernandez beter als ‘el chicharito’, wat zoveel betekent als ‘het erwtje’. Hij kreeg deze bijnaam, omdat zijn vader ‘el chicharo’ (‘de erwt’) werd genoemd, vanwege zijn felgroene ogen.
Bij andere spelers heeft de bijnaam meer te maken met hun speelstijl of kwaliteiten. Messi heet ‘de vlo’, omdat hij met zijn snelheid en lichtvoetigheid overal tussendoor weet te glippen. Roy Makaay werd ‘das Phantom’ (‘het spook’) genoemd, omdat het zijn kwaliteit was om de hele wedstrijd vrij onzichtbaar te zijn, tot dat ene beslissende moment wanneer er gescoord moest worden. En in Rotterdam praten ze tot op de dag van vandaag liefkozend over ‘de tovenaar van Tatabanya’, waarmee verwezen wordt naar de Hongaarse spits Joszef Kiprich, die volgens de aanhang van Feyenoord kon toveren met de bal. Soms gaat het ook om minder voetbaltechnische kwaliteiten. Khalid Bouhlarouz is ‘de kannibaal’, vanwege zijn spijkerharde verdedigen en ook de Portugese verdediger Pepe kent met ‘de slager’ en ‘de moordenaar’ nogal unheimische bijnamen.
Op 7 januari 2024 overleed één van de grootste voetballers en misschien wel de beste verdediger aller tijden: de Duitser Franz Beckenbauer. Na het gaan van Cruijff, Maradona en Pelé is ook Beckenbauer niet langer een levende legende, maar wel een legende aan wie de herinnering misschien wel net zo vereeuwigd is. Zijn palmares, oftewel zijn lijst met belangrijke prestaties en prijzen, spreekt voor zich. Als geboren Münchenaar kwam hij via de jeugd van SC 1906 München en Bayern München al op jonge leeftijd voor het eerste elftal van de laatste club uit. Met Bayern moest hij eerst nog promoveren naar de Bundesliga, maar daarna pakte hij met de club vier landstitels en vier Duitse bekers. Europees succes was er ook. Nadat hij in het seizoen 1966/1967 al de Europacup 2 had gewonnen, veroverde Bayern tussen 1973 en 1976 ook driemaal de Europacup 1. In 1976 werd daar ook een wereldbeker voor clubteams aan toegevoegd. Beckenbauer verhuisde in 1977 naar het Amerikaanse New York Cosmos, waar hij samenspeelde met de Braziliaanse sterspeler Pelé en waar hij wederom drie landstitels pakte. In 1980 keerde hij terug naar Duitsland om bij HSV te gaan spelen, waarmee hij opnieuw landskampioen van Duitsland werd. Zijn carrière sloot hij uiteindelijk af met een laatste seizoen bij de New York Cosmos.
‘De Nederlander’ zal Beckenbauer echter vooral kennen van de verloren WK-finale van 1974. Nadat West-Duitsland twee jaar daarvoor ook al Europees kampioen geworden was, won het nu ook de wereldbeker door de ploeg van Cruijff en Van Hanegem opzij te zetten. Beckenbauer zou later lyrisch over Johan Cruijff zijn. Hij noemde Cruijff als de speler, die kort achter Pelé de allerbeste van de wereld was. Met een plagende knipoog stelde hij ook wel eens dat Cruijff de betere speler van hun twee was, maar dat Cruijff helaas geen wereldkampioen was geworden. Ook Van Hanegem heeft ondanks de verloren finale en de grote rivaliteit met Duitsland geen nare herinneringen aan Beckenbauer. Het was in zijn ogen een klassespeler, die niets had van het prototype van een arrogante Duitser uit die tijd.
Kenmerkend voor zijn positieve houding was misschien ook wel de reactie van Beckenbauer na de verloren halve finale tegen Nederland in 1988. Beckenbauer werd in 1984 aangesteld als bondscoach van West-Duitsland, maar ging vier jaar later in eigen land met 2-1 onderuit tegen het kleinere buurland. Waar Ronald Koeman zijn billen na afloop afveegde aan het voetbalshirt van Olaf Thon, stapte Beckenbauer de Nederlandse spelersbus binnen om alle spelers de hand te schudden. In 1990 kwam echter alsnog het grote succes, door in Italië wereldkampioen te worden. In de finale rekende West-Duitsland met 1-0 af met het Argentinië van Maradona, waardoor Beckenbauer één van de weinige spelers is, die als speler en als bondscoach wereldkampioen is geworden. Alleen de Braziliaan Mario Zagallo en de Fransman Didier Deschamps delen deze eer met hem.
Los van de vele door hem gewonnen prijzen, was Beckenbauer ook als speler een lust voor het oog. Begonnen als rechtsmidden werd hij daarna steeds bepalender voor het spel van zijn teams als verdedigende middenvelder of centrale verdediger. Beckenbauer vervulde eigenlijk de rol van de inmiddels uitgestorven libero, een typisch Duitse positie die later ook door Lothar Matthäus en Matthias Sammer nog met verve ingevuld zou worden. Wie de moeite neemt om wat beelden op YouTube terug te kijken, ziet een rappe, inschuivende centrale verdediger, die fel het duel aangaat wanneer het nodig is en die er goed oog voor heeft om op het juiste moment het middenveld over te steken. Doet hij dit laatste niet, dan beschikt hij ook nog over een uitstekende lange pass, al dan niet gegeven met de buitenkant van zijn schoen. Zijn mooiste doelpunt in de Bundesliga maakte hij ook met deze kant van zijn schoeisel. Op wonderbaarlijke wijze krult hij bij een vrije trap de bal met buitenkant rechts vanaf de rand van de zestien de bovenhoek in. Zijn dominante speelstijl en heersende aanwezigheid op het veld leverden Beckenbauer uiteindelijk de bijnaam ‘der Kaiser’ (‘de keizer’) op. Maar zoals elke keizer of koning uit de voorgaande geschiedenis bleek ook hij uiteindelijk sterfelijk te zijn. Franz Beckenbauer is 78 jaar geworden.

COLUMN – Met het afscheid van Franz Beckenbauer gaat ook één van de mooiste voetbalbijnamen verloren
In deze column aandacht voor Franz Anton Beckenbauer, misschien wel de allerbeste verdediger van de wereld ooit, die onlangs op 7 januari overleden is.
4-6 minuten





Plaats een reactie